Als je de woningnood wilt oplossen, moet je huizen bouwen. Daar is van links tot rechts iedereen het over eens, maar het verstrekken van vergunningen blijft achter. Piet Adema, voorzitter van de grootste branchevereniging voor woningbouwers, zegt te weten waar het aan ligt: gebrek aan durf bij met name lokale politici.
,,De urgentie die ik landelijk voel, zie ik bij gemeenten nog niet terugkomen in daden”, zegt Piet Adema via een beeldbelverbinding. Achter hem hangen de slingers nog in de woonkamer, want hij is net 56 geworden.
Adema is gepokt en gemazeld in de bouwwereld én de politiek. Als ChristenUnie-voorzitter heeft hij veel contact met alle bestuurslagen in Nederland. Als voorzitter van NVB Bouw, dat vandaag een nieuwe naam krijgt, praat hij met de grootste ontwikkelaars en aannemers over het onderwerp dat media en samenleving flink bezighoudt: er zijn te weinig huizen. Politici zouden wat meer fouten mogen maken, vindt hij.
Voor corona liep de economie als een zonnetje, maar de woningbouw bleef achter. Hoe komt dat volgens u?
,,De tijd die het duurt vanaf het moment dat een gemeente nadenkt over de bouw van een huis en het moment dat de bewoner de sleutel krijgt, is acht tot tien jaar. Ruim acht jaar geleden zaten we in Nederland in een crisis en werden behalve bouwvakkers ook mensen bij de gemeente weggestuurd die kennis hadden over hoe je bouwplannen maakt. Het gaat allemaal veel te traag.”
70 procent van de aanlooptijd is bestuurlijk, 20 procent juridisch en 10 procent bouwtechnisch
Ontwikkelaars en bouwbedrijven hebben het toch te druk? Als huizenkoper mag je aansluiten in de rij.
,,Onze leden zijn bij 80 procent van de woningbouwplannen betrokken. Daarom veranderen we de naam in WoningBouwersNL. Ik hoor van leden geen klachten over capaciteit. Het bouwen zelf kan snel. Ik hoor ook bijna niks meer over stikstof. Dat probleem is bijna weg voor de woningbouw. De vraag is dus: waarom duurt alles zo lang? Dat heeft weinig met bestemmingsplan- en bezwaarprocedures te maken, die terecht volgens de regels verlopen. Ja, soms maken omwonenden bezwaar en dan duurt het wat langer. Maar zelfs dan heb je aan twee tot drie jaar genoeg. Het zit hem in de jaren ervoor, van oeverloos discussiëren over locaties en wat er dan precies moet komen. 70 procent van de aanlooptijd is bestuurlijk, 20 procent juridisch en 10 procent bouwtechnisch. Uit het handelen van wethouders en gemeenteraden blijkt niet dat er tot ze is doorgedrongen dat er woningnood is in Nederland.”
Waar blijkt dat precies uit?
,,Als een ontwikkelaar een project indient, belandt het onder aan de stapel en duurt het een half jaar voordat er in het gemeentehuis naar wordt gekeken. Een half jaar! Vervolgens gaat de politiek in discussie en spelen electorale belangen een rol. In Monnickendam werd een school afgebroken om ruimte te maken voor woningbouw, begint de buurt erover dat ze een speelveldje willen behouden en is de discussie in de gemeenteraad terug bij af. Bestuurders pakken niet door. Sterker nog: ze veranderen de eisen constant, over parkeernormen, circulariteit, duurzaamheid… en dan moet er ineens nog ruimte komen voor commercieel vastgoed in een lopend project.”
Piet Adema zat de laatste decennia als provinciaal bestuurder en burgemeester dicht bij het vuur en zegt dat het deels ook logisch is dat lokale politici zich zo gedragen. Voor hen zou het al helpen als ze zich minder met grondpolitiek zouden hoeven te bemoeien, denkt de branchevoorzitter nu. ,,Gemeenten bezitten bouwgrond en willen altijd eerst die grond verkopen voordat bijvoorbeeld boeren hun landbouwgrond ter beschikking stellen aan woningbouw. Anders hebben ze een probleem met hun begroting en moeten bijvoorbeeld de belastingen omhoog. Dat wil natuurlijk niemand.” Overigens werkt het kabinet al aan een Rijksontwikkelbedrijf (een soort grondbank), om die last bij gemeenten te verlichten.
Als een wethouder een fout maakt, wordt hij of zij afgeslacht in de gemeenteraad
Willen projectontwikkelaars en bouwers het zichzelf niet vooral erg gemakkelijk maken met simpele locaties en maximale winst?
,,Zeer terechte vraag. Het roept wel makkelijk: zorg voor uitbreidingslocaties. Maar we moeten niet alleen stenen stapelen, maar ook natuurinclusief bouwen, oftewel meer groen in de stad met versterking van de biodiversiteit. Als we investeren in prefab-fabrieken waarin bijna kant-en-klare huizen van de band komen rollen, kunnen we sneller opschalen en goedkoper en duurzamer bouwen. Maar geloof mij: aan de wil van de bouwers ligt het niet, ze moeten alleen het perspectief hebben dat ze ook daadwerkelijk voor de lange termijn aan de slag kunnen.”
Politici, ook lokaal, zijn vooral met de komende vier jaar bezig, is vaak het verwijt.
,,Dat klopt ook. Het is not done geworden om fouten te maken. Als je een succesvolle ondernemer spreekt, zegt hij dat er van de tien avonturen, zeven mislukkingen waren en slechts drie successen. Die blijven iedereen bij. Als een wethouder een fout maakt, wordt hij of zij afgeslacht in de gemeenteraad. Alles wordt daarom ingedekt, voorzichtigheid troef. Er is een overkill aan controle en het systeem raakt erdoor verlamd. Er is meer lef bij bestuurders nodig en ook bij politici, zodat ze de projecten van hun voorgangers ongemoeid laten en zelf snel aan de slag gaan.”
Auteur: Stefan ten Teije