“Op papier is het makkelijk om te zeggen dat je een belofte waar gaat maken op de voorwaarde dat we die zaken geregeld hebben.”
De afspraken die op 13 oktober 2022 tussen Provincies en minister Hugo de Jonge zijn afgesloten over de woningbouwopgave zijn gebouwd op drijfzand. Dit meldt branchevereniging WoningBouwersNL na een analyse van de afspraken. Met name de enorme lijsten van randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan om de afspraken te laten slagen zijn niet realistisch, zo stelt de brancheorganisatie.
Op verzoek van minister de Jonge hebben provincies de afgelopen maanden een inventarisatie van de beschikbare plancapaciteit gedaan. Op basis van deze inventarisatie zijn nu tussen de provincies en de minister prestatieafspraken gemaakt. Branchevereniging WoningBouwersNL meldt dat de afspraken die hier gemaakt zijn nooit hard te maken zijn. “Provincies schermen met een enorme planvoorraad waarbij in een groot deel van de plannen nog niet eens begonnen is met de onderzoeken die nodig zijn om ooit tot een voldragen bestemmingsplan te komen” aldus Coen van Rooyen, algemeen directeur van WoningBouwersNL. “Vervolgens komen er wensenlijstjes op tafel die eerst moeten worden ingevuld, wil de toegezegde capaciteit ook echt tot uitvoering worden gebracht”. Van het oplossen van het stikstofprobleem en het aanvullen van de ambtenarentekorten, tot zelfs miljardenbijdragen vanuit het rijk voor de aanleg van infrastructuur. “Op papier is het makkelijk om te zeggen dat je een belofte waar gaat maken op de voorwaarde dat we die zaken geregeld hebben. De realiteit is echter dat we die problemen allemaal niet van vandaag op morgen hebben opgelost”.
Het probleem zit er volgens de branchevereniging in dat de suggestie wordt gewekt dat er voldoende plannen op de plank liggen om de sector de komende tien jaar aan de slag te houden, terwijl er vandaag de dag al een tekort is aan plekken waar de palen de grond in kunnen. “Dan zou de boodschap niet moeten zijn ‘we hebben voldoende plekken mits we aan deze tien eisen kunnen voldoen’”. De branchevereniging dringt er dan ook op aan om verder te kijken dan alleen de locaties die toch al op de bureaus van ambtenaren lagen. “Kijk ook nadrukkelijk naar andere locaties die geen last hebben van deze problemen en ga écht met de sector om tafel. Niet om te toetsen of de plannen die je voor de komende tien jaar in de boeken hebt staan wel realistisch zijn, maar om samen te bespreken hoe we voldoende plekken kunnen creëren waar vandaag al palen in de grond kunnen.”
Bron: Rijksoverheid