Op 1 januari 2018 treedt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. Hierdoor veranderen de toetsing van en het toezicht op de kwaliteit van het bouwen. Wat voorheen tot het takenpakket van de gemeente behoorde, moet per 2018 door de bouwer zelf worden geregeld. Hierdoor komt ook de aansprakelijkheid voor het bouwwerk veel meer dan voorheen bij de bouwer te liggen
Tijdens de NVB studiebijeenkomst “Kwaliteitsborging” nemen Hajé van Egmond (Instituut voor Bouwkwaliteit) en Wouter Post (Six Advocaten) u mee in alle publiek- en privaatrechtelijke aspecten van deze nieuwe wet.
Vanuit de praktijk trekt Ed Kuperus(Janssen de Jong) met u lessen uit hun project ‘Dordtse Kil III’ in Dordrecht. Hier is namelijk vooruitlopend op de wet al volledig met private kwaliteitsborging gewerkt.
U krijgt onder meer antwoord op de volgende vragen:
- De Wet Kwaliteitsborging: waarom en hoe?
- Wat wordt straks privaat getoetst?
- Wie mogen er toezicht houden en hoe kies je de juiste kwaliteitsborger?
- Hoe is de aansprakelijkheid geregeld in de nieuwe wet?
- Hoe liggen de verhoudingen tussen IBK, instrumenthouder, kwaliteitsborger, bouwer en gemeente?
Het instorten van vijf balkons van een appartementencomplex in Maastricht (2003) en het moeten ontruimen van appartementen aan het Amsterdamse Bos- en Lommerplein omdat het er zeer onveilig bleek (2006); zomaar wat incidenten met desastreuse gevolgen.
Incident of niet: de meeste problemen in de bouw zijn het gevolg van zaken die eenvoudig voorkomen hadden kunnen worden. Cruciale fouten in de ontwerpfase, een te hoge tijdsdruk, defecte materialen, slecht beheer van financiën of een gebrekkige communicatie tussen partijen. Juist dit soort incidenten hoopt de wetgever op te lossen met deze nieuwe wet.